In deze sportzomer komt NieuwsNL met een serie over bijzondere, bizarre en komische gebeurtenissen, zowel binnen als buiten de sportarena, gedurende de vroege geschiedenis van de
Olympische Spelen. Iedere 2 dagen een nieuw verhaal. Vandaag het verhaal van het snelwandelen. De Olympische Spelen kennen 3 afstanden: 10 kilometer (vrouwen), 20 kilometer en 50 kilometer. Forse afstanden? In de 19e eeuw hadden ze het een 'eitje' gevonden
(tekst: Wim Meijer)
Ondanks het feit dat snelwandelen al sinds 1908 op de Olympische kalender staat blijft 't een bijzonder verschijnsel. Een vreemd soort vermenging van de sporten wandelen en hardlopen, met als gevolg een onnatuurlijk ogende tred die de menselijke motoriek volstrekt in de war brengt. Je kunt je afvragen: Hoe is het zover gekomen?
Wandelen in de 19e eeuw populair... om naar te kijken en om te gokken
Daarvoor zullen we terug moeten naar de 18e en 19e eeuw toen het (gewone) wandelen bijzonder populair was. Dan praat ik niet over evenementen zoals onze Nijmeegse Vierdaagse, waarvoor tienduizenden mensen letterlijk op de been komen. Nee, in die tijd was men gek op wandelen, niet om zelf te doen, maar om naar te kijken. Massa´s mensen betaalden forse entreegelden om de lopers te zien en om te gokken op de voorgenomen prestaties.
Wandelen... men mocht er graag naar kijken in de 19e eeuw (foto: Wikipedia)
Het spel was simpel: De lopers namen zich voor om een bepaalde tot de verbeelding sprekende loopprestatie neer te zetten en het publiek kon dan gokken of het de loper wel of niet zou lukken. Leuk voor iedereen, vooral voor de lopers die vaak een tactisch spelletje met het publiek speelde.
Captain Barclay
Een van de bekendste lopers uit die tijd was Captain Barclay die er echt een handje van had om het gokkende publiek op het verkeerde been te zetten. Zo nam hij in 1801 de weddenschap aan dat hij 90 mijl (134 km) kon lopen in 21 uur. Het publiek zette 1000 guineas in (een guinea had een waarde van iets meer dan een Engelse pond) en Barclay, ´toevallig´ getroffen door een verkoudheid, verloor. Maar de wandelfanaat liet het er niet bij zitten en deed een nieuwe poging. Het publiek, nu bewust van het feit dat Barclay ook maar een normale sterveling was, zette nu 2000 guineas in, en ook dit keer ´mislukte´ de recordpoging van Barclay. Bij de derde poging werd het publiek overmoedig en toverde 5000 guineas op tafel. En jawel, dit keer slaagde Barclay ruimschoots in zijn opzet. Hij kwam zelfs een uur eerder binnen dan gepland om de 5000 guineas te incasseren.
Captain Robert Barclay-Allardyce (foto: Wikipedia)
110 mijl door de modder
De wandelcarrière van Captain Barclay begon in 1796 toen hij op 19-jarige leeftijd 110 mijl liep door een modderig park in 19 uur 27 minuten. Tot 1809 zette hij vervolgens tientallen prestaties neer zoals 64 mijl in 10 uur (1802), 72 mijl tussen ontbijt en diner (1805), 100 mijl over slechte wegen in 19 uur (1806) en 78 mijl door heuvelachtig gebied in 14 uur (1807)
Duizend mijl in duizend uur
De climax kwam echter in 1809 toen hij een weddenschap aanging om gedurende duizend uur duizend mijl te lopen voor duizend guineas. De opzet was: 1 mijl per uur, ieder uur, gedurende 42 dagen en nachten. Het was een voornemen dat enorm tot de verbeelding sprak en waar, vanaf de start op 1 juni 1809, meer dan 10.000 toeschouwers op afkwamen, die aan weddenschappen voor ruim honderdduizend guineas inzetten.
Barclay begon met een ambitieuze snelheid van 14 minuten en 54 seconden per mijl. Deze snelheid liep in de loop van de daarop volgende weken terug tot maximaal 21 minuten en 4 seconden. Maar geen moment kwam Barclay echt in de problemen. Alleen werd het voor hem in de laatste dagen van de recordpoging soms moeilijk om zich door de menigte toeschouwers heen te worstelen. Het verhinderde hem in ieder geval niet om op de vroege dinsdagmorgen van de 12e juli in Newmarket zijn laatste van de 1000 mijl te volbrengen.
Het verhaal van Robert Baclay met bijzondere historische beelden van het snelwandelen:
Godfather van de wandelsport
Met de wandeling van 1000 mijl schreef Captain Barclay geschiedenis, verwierf hij zich de bijnaam 'The Celebraated Pedestrian' en werd gezien als de Godfather van de wandelsport. Alles wilde men weten: Wat voor schoenen gebruikte hij, wat voor kleding, wat at en dronk hij en hoe trainde hij?
Hoge hoed en wollen kostuum
Kijken we nu terug naar Barclay dan moeten we constateren dat Barclay ongeveer alles deed waarvan we nu weten dat het in topsport niet kan. Barclay was een stevige eter van veel vlees en vooral ook een forse drinker. En dan praat ik niet over AA-drink. En zijn kleding: Een hoge hoed, een das, een warm wollen kostuum, lamswollen sokken en schoenen met dikke zolen. Kortom: Dat is nog eens andere koek dan de hedendaagse thermokleding.
Tijdrovend
Dat wandelen, zoals beoefend door mensen zoals Captain Barclay, een echte
sport was mag duidelijk zijn, alleen in deze vorm wel te tijdrovend. Door er het element snelheid aan toe te voegen werd wandelen wèl geschikt voor wedstrijden zoals de Spelen. Alleen werd daarmee de flinterdunne grens opgezocht tussen wandelen en hardlopen.
Samba-Walk
Het verschil: bij hardlopen heb je een zweeffase en bij snelwandelen moet er altijd één voet aan de grond zijn. En dat laatste maakt 't heel lastig. In ieder geval zijn de lopers en loopsters erachter gekomen dat je je paslengte (en dus je snelheid) kunt vergroten door de heup mee te laten draaien met de vooruitgaande voet, met als gevolg... de 'Samba-Walk'!
Het is misschien een wat vreemde aanblik, maar deze aanpassing van de regels zorgde er wel voor dat in 1908 voor de eerste keer het Snelwandelen op de Olympische agenda stond en het, na de eerste Olympische winnaar George E. Larner, er ook nooit meer uit is verdwenen.
Eerste Olympische winnaar van het snelwandelen in 1908 George E. Larner
Op dit moment genieten we volop van de Olympische Spelen in Parijs. en hebben we ook getuige kunnen zijn van de diverse afstanden snelwandelen, met vandaag qua afstand de climax (en voor 't eerst op de Olympische agenda) de 50 kilometer 'gemengd'. We hebben kunnen kijken naar lopers en loopsters die met snelheden van rond de 15 kilometer per uur rondliepen door de Franse hoofdstad, veelal schaars gekleed of in thermo-kleding en zonder hoge hoed. Chapeau!
Hoe toepasselijk: I would walk 500 miles - The Proclaimers